Betrouwbaarheid van materiaal en grote prestaties zijn in de
Formule 1 essentieel. Hoe komt het bijvoorbeeld dat het ene team vele
malen in het seizoen de motor opblaast, terwijl de concurrent vrijwel
altijd de finish haalt?
In het seizoen 1996 vielen de Ferrari's nog zestien keer uit met
motorproblemen of aanverwante gebreken, in 1997 was dat negen keer, in
1998 driemaal, twee keer in 1999 en het afgelopen seizoen 2001 nog
slechts eenmaal. Na dit overtuigende succes startte Ferrari in het
nieuwe seizoen met de wagen van het afgelopen jaar.
Dit was het resultaat van de nauwe relatie tussen Shell en Ferrari.
Ferrari bouwt de motor, het is Shell die over de benzine en olie gaat.
Constant is er de zoektocht naar de optimale combinatie van motor,
brandstof, smering, et cetera. Hoe reageert de motor op de brandstof,
hoe dik moet de oliefilm zijn, welke slijtage vindt er
plaats? Tijdens een raceweekeinde heeft Shell altijd researcher's
ter plaatse. Ze testen de verbrandings- en slijtageprocessen en nemen
monsters na elke race, testrit of tussenstop. De resultaten worden
direct geanalyseerd en verwerkt in Europese laboratoria. Ferrari won
zes constructeurs titels achter elkaar totdat hun dominantie abrupt
eindigde. In 2005, claimde Renault de F1 Constructeurs titel en
hielp Fernando Alonso aan zijn eerste coureurs kampioenschap. Ferrari's Michael Schumacher
was kampioen in de voorgaande vijf seizoenen. Voor Renault waren
deze resultaten binnen vijf jaar na terugkeer in de F1 bijzonder. Innovatie
is steeds de drijvende kracht achter de constructeurs titel. Optimale
betrouwbaarheid en prestatie van de bolide zijn essentieel om de
races te winnen. De
prestaties die in de Formule 1 worden geleverd vallen of staan met de
prestaties van de "machine". Voor hoge prestaties is het nodig dat
stijfheid, sterkte en dynamica van alle onderdelen optimaal op elkaar
zijn afgestemd. Alle bewegende onderdelen zijn zo licht mogelijk
ontworpen, hoogwaardige materialen worden toegepast en nauwkeurige
berekeningsmethoden zijn onmisbaar om bijvoorbeeld de
spanningsverdeling in de onderdelen te optimaliseren. Materiaal dat
niet aan hoge spanningen onderhevig is moet worden verwijderd om de
bewegende massa zo laag mogelijk te houden.
Wanneer de machine gereed is wordt deze aan uitgebreide test
procedures onderworpen. De machine loopt, maar hoe lang kan de machine
mee, wanneer is de volgende pitstop nodig ofwel welk onderhoud is
vereist? Hoe hoog kan de machine belast worden, hoe warm loopt de
machine, de remmen enz. Motoren worden zo licht gebouwd dat ze bij
volle belasting hooguit een half uur meegaan (voor een tijdtraining)
of drie uur (voor het race-exemplaar). De krukas maakt 17000
omwentelingen per minuut waardoor de zuiger zo'n 25 meter per seconde
aflegt.
Het continu moeten voldoen aan hogere eisen en betere prestaties vergt
zeer veel van de ingenieurs en hun omgeving. Behalve een goede
samenwerking is fundamentele kennis en creativiteit onontbeerlijk. De
Formule 1 machine is een voor velen aansprekend voorbeeld. Direct
gerelateerd aan de ontwikkelingen in de Formule 1 is de ontwikkeling
van de verbrandingsmotor in personenauto’s, die steeds kleiner en
lichter wordt, een groter vermogen levert, zuiniger met de brandstof
omgaat en bovendien met minder onderhoud langer meegaat. Hoe krijgen
de ingenieurs dit voor elkaar?
|