Met in de laatste processtap van een machine onderdeel
een oppervlaktebehandeling, bijvoorbeeld een coating met een dikte van
slechts enkele duizendste van een millimeter, kan de levensduur sterk
worden verbeterd. Maar er kan meer...
- Oppervlaktetechniek heeft betrekking op het proces
(de oppervlakte- behandeling), terwijl oppervlakte technologie
betrekking heeft op de kennis (eigenschappen, keuze en selectie van
oppervlaktetechnieken etc.).
- Behalve een indeling van de oppervlaktetechnieken naar het
procesmedium, is een alternatieve indeling mogelijk naar
behandelingen in het oppervlak zoals anodiseren,
carboneren, ionenimplantatie, harden, shotpeenen en behandeling op
het oppervlak waarbij een nieuw materiaal wordt opgebracht.
- Oppervlaktetechnieken resulteren in een verbetering van het
oppervlak, het zogenaamde veredelen van het oppervlak. De subgroep
waarbij een nieuw materiaal op het oppervlak wordt aangebracht valt
onder de deklagen (coatings).
- Bij een opgebrachte deklaag is een geringe
verbindingszône aanwezig tussen deklaag en substraat. Bij een diffusie
deklaag, bijvoorbeeld ingediffundeerd aluminium, ontbreekt
deze verbindingszône. Het substraat gaat geleidelijk over in een
diffusiezône en een diffusielaag.
- Tot de moderne dunnelagentechnieken behoren PVD,
CVD, ionenimplantatie, lasertechnieken en combinaties hiervan (<
30µm laagdikte).
- Voor de dunnelagentechnieken is dure apparatuur nodig (deklaag
tussen de 2000 en 5000 gulden per vierkante meter). Relatief
goedkoop zijn de galvanisch / chemische processen (stroomloos
nikkel, hardchroom, 10 resp. 30 gulden per vierkante meter).
Wanneer de prijs van de oppervlaktetechniek wordt
afgewogen tegen bijvoorbeeld de verlenging van de standtijd van een
gereedschap, dan zijn de dunnelagentechnieken in veel gevallen in
het voordeel. Bedenk dat de standtijd door een hardchroomlaag een
verbetering geeft van 200%, een moderne PVD-TiN-laag van 1000 tot
1500%.
- Om de verbetering van prestaties die kunnen worden bereikt met
oppervlakteveredeling te bepalen is, in de meeste gevallen experimenteel
tribologisch onderzoek nodig.
|